Preekschets: Psalm 13

3 november 2024 PREEKSCHETS 'Internationale dag van gebed voor vervolgde christenen'
Door: Ds. Methorst

Lees meer over de Internationale dag van gebed



Waarom een preekschets?


De aanleiding voor deze preekschets is de Internationale Dag van Gebed voor vervolgde christenen (IDOP). Daarbij is het goed en helpend om deze preekschets te verbinden aan een verhaal over christenvervolging uit het (recente) verleden. De preekschets over Psalm 13 is uitstekend te verbinden met het verhaal van Andrew Brunson die twee jaar (2016-2018) doorbracht in een gevangenis in Turkije.

Situatieschets


Psalm 13 is een psalm die een aangrijpende context beschrijft. Herhaaldelijk klinkt de ontreddering van de dichter door in het woord ‘hoelang’. De precieze context is – zoals bij zoveel psalmen het geval is – onbekend. Dat geeft de lezer de ruimte om zich in allerlei situaties te herkennen in de woorden van de auteur. We lezen in Psalm 13 een stroom van snel wisselende emoties bij de auteur, waarin de lezer wordt meegenomen. Het is opvallend dat de vragen uiteindelijk verstommen en overgaan in vertrouwen. Datzelfde maakte ook Andrew Brunson mee in de gevangenis in Turkije.

Het is goed mogelijk dat de Psalmen 3 – 15 chiastisch opgebouwd zijn, met Psalm 8 als kernachtig centrum. In dat geval is Psalm 13 te lezen in het licht van Psalm 4. Er zijn opvallende overeenkomsten tussen deze beide Psalmen. Dat is op zijn minst opmerkelijk en wellicht veelzeggend.

Exegese vers – voor – vers


Vers 1: Hoewel de precieze achtergrond waartegen deze psalm geschreven niet bekend is, ligt het voor de hand dat deze psalm geschreven is met het oog op gebruik ervan in het heiligdom, om wellicht te woorden toegevoegd aan psalmen die daar gezongen werden.

Vers 2: De dichter valt met de deur in huis en stelt een aantal vragen, met een duidelijk adres: God, de HEERE, de God van het verbond met Abram, Izak en Jakob. De vragen worden ingeleid met ‘hoelang’. Daarmee is tegelijkertijd gezegd dat de dichter hoopt op een einde van zijn moeilijke omstandigheden, wellicht omdat de dichter geen reden noemt om zich schuldig te voelen ten opzichte van zijn God.
De vraag naar de verborgen God is de eerste vraag die we horen: het aangezicht van de HEERE verwijst naar de zegenende aanwezigheid van God. Daar merkt de auteur kennelijk niets van.

Vers 3: De dichter legt zijn leven neer voor God. Hoe lang zal ik nog plannen maken en verdriet hebben? Met andere woorden: de auteur zoekt naar een uitweg en maakt allerlei plannen zonder het gewenste resultaat. Alsof hij in een vicieuze cirkel terecht is gekomen. Hoelang gaat dit nog duren?
In de tweede helft van vers 3 verschuift de focus opnieuw: nu komen de omstandigheden in beeld: de vijand is groot en verheft zich. Deze stapeling van vragen geeft woorden aan de belabberde intensiteit van de omstandigheden waarin de dichter zich bevindt.

Vers 4: De klacht van de dichter gaat over in een gebed: Zie mij aan en verhoor mij! David doet een beroep op het oor en het oog van God. Blijkbaar heeft hij al eens ervaren hoe God hem tegemoet kan komen in de nood. Het is een vraag om aandacht, niet allereerst om verlossing. Het verlichten van de ogen wil zeggen: geef nieuwe kracht! Commentaren lezen hierin een verwijzing naar I Sam. 14:27, waar Jonathan honing te eten krijgt en op krachten komt. Zijn blik wordt helder, zijn lichaam weer vitaal.

Vers 5: Er staat veel op het spel in Psalm 13. Als God de dichter niet helpt, ontslaapt hij in de dood. Dát mag niet de bedoeling zijn. Evenmin wil David worden overwonnen door vijanden die zich verheugen over zijn ondergang. Het kan toch niet zo zijn dat de vijanden van David – die ook de vijanden van de HEERE zijn – de overhand krijgen?

Vers 6: Uiteindelijk is er een duidelijk kantelpunt in deze psalm: Ik echter vertrouw op de goedgunstigheid van God. David heeft het laatste woord en belijdt zijn geloof in de HEERE. De goedgunstigheid (chesed) van de HEERE geeft woorden aan een relatie van liefde en trouw. Daarmee is er toekomstperspectief, heel persoonlijk: Ik zal voor de HEERE zingen. Daar is alle reden voor: Zijn goedheid.

Handreiking voor de preek


Intro


Andrew Brunson, een Amerikaanse evangelist die in Turkije werkte, werd daar gearresteerd (zie de bijlage voor zijn verhaal). Hij verbleef twee jaar in gevangenschap. Andrew kende veel verhalen van vervolgde christenen en dacht: het vertrouwen dat zij ontvangen zal er ook voor mij zijn. Niets bleek minder waar. Andrew maakte in de gevangenis een periode van vertwijfeling en onzekerheid mee: vragen, maar geen antwoorden. Daarmee zijn we ineens in de thema’s die vanuit Psalm 13 naar ons toekomen.

Indringende klacht


David verkeert in moeilijke omstandigheden. Welke omstandigheden dat zijn, is niet bekend. Het valt op dat hij zijn klachten niet voor zichzelf houdt. Niet klagen, maar dragen en bidden om kracht? Het is in deze psalm heel anders: David klaagt. Daar is alle ruimte voor bij de HEERE. Het is een klacht in drievoud. Allereerst staat de relatie tussen de dichter en God centraal: God verbergt Zich. Vervolgens lezen we een klacht over de dichter in verband met zichzelf: hoelang flitsen mijn gedachten nog alle kanten op? Ten slotte horen we de dichter klagen over de omstandigheden waarin hij zich bevindt: Mijn tegenstander is groot en machtig.
De stapeling van klachten is niet vreemd. Soms komt van het één het ander; de ene klacht roept de andere op.
Door alles heen zien we David hier als verre voorloper van Jezus Christus. In de Messias komen de psalmen tot vervulling. De strijd van David is zichtbaar in het leven en sterven van Christus. Dat maakt de menselijke klager niet tot eenzame strijder. Met Christus verbonden strijdt de mens nooit alléén!

Intens gebed


De klacht gaat over in een intens gebed: de dichter zoekt houvast bij de HEERE. Hoewel David niets van Hem merkt. Hier zien we een gelovige die een beroep doet op de Almachtige. Dat is om vandaag van te leren: je mag je klacht bij Hem kwijt.
De dichter doet een beroep op God: Zie mij, hoor mij, verlicht mij. Goed om op deze drie dingen te letten. Zó concreet bidden we tot God. In één adem brengt David twee argumenten in: 1) anders ontslaap ik en 2) ander zegt mijn vijand met grote vreugde: ik heb hem overwonnen. Deze manier van bidden is leerzaam voor ons: er geen doekjes om winden en weloverwogen argumenten inbrengen.

Indrukwekkend keerpunt


De psalm kantelt: van het gebed naar vol vertrouwen. Alsof de dichter een kordaat besluit neemt: ik echter vertrouw op Gods goedertierenheid. Dat resolute besluit komen we ook tegen in het leven van Andrew Brunson. Hij vertelt: Ik voelde me leeg en ellendig. En ik besloot om heel bewust om mij houvast bij God te zoeken. Ik was wanhopig. Maar ik besloot: HEERE, ook als U zwijgt, zal ik U blijven volgen!
Daarbij verwijst Andrew Brunson naar Jes. 50 vers 10: Als u in de duisternis gaat en geen licht hebt, laat hij dan vertrouwen op de Naam van de HEERE en laat hij steunen op Zijn God!
Het valt op hoe persoonlijk de dichter van Psalm 13 aan het slot van deze psalm is: Ik zal voor de HEERE zingen. Geen machtig slotakkoord van een mensenmassa, maar de enkele stem van de gelovige: Ik zal voor de HEERE zingen. In de nood. Op de toonhoogte van reeds ontvangen verlossing. Dat doet ons denken aan Christus, die kort voor het toppunt van Zijn lijden, samen met Zijn leerlingen, de lofzang zingt. In en door Christus is God trouw. Geloofsvertrouwen wordt geboren in de weg langs Golgotha. Waar Christus geleden heeft en gestorven is.
Geloofszekerheid ontvang je via de gang door de graftuin, waar zonneklaar is dat de Gekruisigde de Levende is.

Ten slotte


Woorden uit een oude Psalm blijken springlevend te worden in het leven van Andrew Brunson. De Geest overbrugt een periode van eeuwen. Daarmee zijn wij – mensen in de 21e eeuw – onmiskenbaar binnen Gods bereik. Daarmee sterft onze hoelang-roep niet weg in het luchtledige. De adressering van ons gebed is bij God niet tegen dovemans-oren gezegd. Dat geeft ons nieuwe moet, ook als ons leven door een dal gaat. Dankzij het werk van Jezus Christus. Zijn roep in de Godverlatenheid bleef onbeantwoord. Zo opent Hij de weg naar de Vader, die afgesloten was door ons zondige bestaan. Daar ga je van zingen: omdat Hij goed voor mij geweest is.

Liedsuggesties


  • Psalm 13
  • Psalm 46
  • Psalm 22
  • Psalm 89
  • Weerklank lied 230