De moed van Sajid
Er waren uren verstreken sinds Sajid, een evangelist van zevenentwintig, in een bus was gestapt om het Evangelie te verkondigen in een van de gevaarlijkere gebieden van Pakistan. Tijdens de tocht erheen praatte hij met diverse medepassagiers die bij hem in de buurt zaten. Ondanks het feit dat moslimextremisten in dit gebied op volgelingen van Jezus joegen als leeuwen die op zoek zijn naar een prooi, sprak hij over Jezus.
Wat gaf hem de moed om zo openlijk over Hem te spreken? Toen hij jaren terug naar de bijbelschool ging, had Sajid gedroomd dat er een grote open deur voor een van de belangrijkste steden van Pakistan stond. Hij was ervan overtuigd dat God hem met die droom duidelijk wilde maken dat Hij nieuwe deuren voor het Evangelie zou openen. In de tien jaar die op die droom volgden, leidde Sajid honderden Pakistani”s tot Christus.
Ik zal mijn passie voor Hem nooit kwijtraken, wat jullie mij ook aandoen.
Vast aan een boom
Vlak nadat Sajid uit de bus was gestapt, werd hij door een tiental mannen vastgegrepen, waarna hij een blinddoek kreeg omgebonden en achter in een auto werd geduwd. Vijfentwintig minuten later zetten ze hem ergens af waar andere mensen hem begonnen te ondervragen. “Als je wilt dat we je leven sparen, moet je je geloof verloochenen en moslim worden. Als je niet doet wat we zeggen, zullen we je martelen. Dan zal je passie voor het christendom binnen een half uur als stof worden weggeblazen,” was het antwoord van de mannen. “Ik ben klaar voor wat jullie me dan ook willen aandoen”, reageerde Sajid. “Ik ben bereid om te sterven voor Jezus. Ik zal mijn passie voor Hem nooit kwijtraken, wat jullie mij ook aandoen.”
Sajids ontvoerders bonden hem aan een boom, zijn handen achter zijn rug, en lieten hem met blote voeten op een blok ijs staan. Terwijl de Pakistaanse zon zijn lichaam verschroeide, schreeuwden zijn voeten het uit van pijn – alsof hij op miljoenen naalden stond.
Help me, Jezus!
Een half uur werd een uur. De onderkant en zijkant van Sajids voeten zwollen op en werden groen. Hij huilde, maar zei niets. Het zweet gutste uit zijn lichaam en doorweekte zijn kleding. “Moet je zien!” riep een van de toeschouwers. “Het is hier veertig graden en dat Jezus-mannetje heeft last van bevriezingsverschijnselen!” De mensen moesten lachen. “Misschien geef je nu dat belachelijke gedoe met die Jezus van je op en keer je terug naar waar je thuishoort”, zei een van zijn kwelgeesten. “Misschien keer je nu terug naar Allah.” Sajid schudde zijn hoofd en bad: “Help me. Help me, Jezus!”
De aanwezigheid van Jezus in ons lijden geeft ons de moed om door te zetten
Nieuwe kracht
Hij vertelde later wat er toen gebeurde: “Plotseling zag ik een visioen over een stralende engel die voor me verscheen. Jezus was bij me, zoals de vierde man toen Sadrach, Mesach en Abed-Nego in de oven werden gegooid.” De pijn werd minder. Sajid kreeg nieuwe kracht. Tot verbazing van zijn folteraars en andere toeschouwers begon hij lofliederen te zingen. En toen verloor hij het bewustzijn.
Sajid kwam midden in de nacht weer bij, in een greppel naast een onverhard weggetje. Een voorbijganger, een hedendaagse Goede Samaritaan, bracht hem naar een plaatselijk hotel en betaalde een kamer voor drie dagen, zodat hij kon herstellen. Sajids folteraars zeiden dat hij zonder voeten niet in staat zou zijn om Jezus te volgen, maar vandaag de dag loopt hij nog steeds – en praat hij nog steeds – over zijn geliefde Redder.
De aanwezigheid van Jezus in ons lijden geeft ons de moed om door te zetten wanneer ons daarvoor de kracht ontbreekt. Laten we daarom samen met mensen als Sajid onze ogen strak op Jezus gericht houden wanneer we Hem dienen. Laten we bidden dat we de moed niet zullen verliezen wanneer we voor God leven. Laten we elkaar eensgezind bemoedigen om achter God aan te gaan, ondanks de pogingen van deze wereld om ons onderuit te halen.
Bestel de kaart