Het was een gewone dag op kantoor voor accountant Sepideh*. De telefoon ging en de Iraanse reikte ernaar om hem op te nemen, niet wetende dat dit telefoontje het begin van jarenlange zorgen zou zijn. “Sepideh, snel!” klonk de nerveuze stem van haar moeder in de hoorn. “Ze hebben je broer gearresteerd, misschien zijn ze nu op zoek naar jou. Kom snel naar huis.”
Vijf jaar eerder had Sepideh’s broer Saman besloten om Jezus te volgen. “Eerst dacht ik dat het weer een van zijn vreemde interesses was”, zegt Sepideh. “Maar naarmate de tijd verstreek, zag ik hoe Saman veranderde. Dat is de reden dat ik ook geïnteresseerd raakte in het christendom.” Sepideh begon de Bijbel te lezen en de woorden raakten haar hart. Net als haar broer gaf zij haar leven aan Jezus. Broer en zus begonnen samen met het bijwonen van diensten van een huisgemeente.
Alles ging goed, totdat dat verschrikkelijke telefoontje kwam. “Toen ik hoorde dat mijn broer was gearresteerd, was ik zo bang dat ik bijna flauw viel.” Sepideh besloot haar kantoor te verlaten, hoewel ze geen idee waar ze naartoe moest gaan. “Mijn geest was in de war. Ik herinner me dat ik door de straten liep in de hete zomerzon, mijn lichaam doorweekt van het zweet. Ik naderde het politiebureau, twijfelend of ik naar binnen moest gaan en naar mijn broer moest vragen. Maar toen ik er bijna was, liep ik er snel voorbij, te bang dat ik ook gearresteerd zou worden.”
Politiebureau
Sepideh ging naar huis en vond daar haar moeder. Ze vertelde Sepideh dat Saman haar gebeld had. “Ik ben gearresteerd”, zei hij. Na die woorden werd de verbinding verbroken. “We hadden geen verdere informatie, dus na zorgvuldig beraad besloten we om samen naar het politiebureau te gaan.” Terwijl Sepideh buiten wachtte, ging haar moeder naar binnen, maar ze kwam al snel weer terug en schudde haar hoofd – geen informatie over haar zoon.
Die nacht had Sepideh moeite om in slaap te komen. “Ik was zo bezorgd. Over mijn broer, over waar hij was en over wat ze met hem deden. Haar oren waren gespitst op elk geluid van buiten, op kloppen op de deur. “Ik was bang dat de politie zou komen en mij ook mee zou nemen. Of dat ze ons huis binnen zouden vallen om bewijs te vinden voor een aanklacht tegen mijn broer."
Kerk gesloten
Na een onrustige nacht stond Sepideh op. De politie kwam niet. Ook kregen ze niets te horen over hun broer. Na het snelle en nerveuze telefoontje van gisteren leek hij van de aardbol te zijn verdwenen. Sepideh had nog steeds moeite om helder van geest te blijven. “Ik belde mijn voorganger. Hij zij me dat ik hem niet meer op dit nummer kon bellen en dat hij de kerk voor een poosje had gesloten, om nieuwe arrestaties te voorkomen. Zijn woorden maakten me nog banger dan ik al was.”
Bang begon Sepideh al haar christelijke cd’s en boeken te verzamelen om ze uit huis te doen. Als de politie zou komen, zouden ze geen bewijs vinden. “Maar zelfs dit kon me niet kalmeren. Steker nog, ik voelde dat ik, zolang ik niets wist over mijn broer, ik niet tot rust zou komen. Dus viel ik op mijn knieën, het enige wat ik nog kon doen. De enige die mij rust kon geven was mijn Heere.”
Storm
Sepideh stortte haar hart voor Hem uit. “Ik zei tegen de Heere hoe hulpeloos ik me voelde over de arrestatie, hoe bang ik was dat ze ook voor mij zouden komen.” Toen kwam er plotseling een Bijbeltekst in Sepideh’s gedachten, als door God gezonden; Marcus 4:35-41. Snel bladerde ze in haar Bijbel en zocht het gedeelte op. Toen ze begon te lezen, vielen haar tranen op de pagina’s. “Het was het verhaal waarin Jezus de storm op zee kalmeert. Hij vraagt zijn discipelen waarom ze zo bang zijn en moedigt hen aan op Hem te vertrouwen. Het lezen van het verhaal kalmeerde de storm in mij. Ik vertrouwde het leven van mijn broer en dat van mij toe aan onze Redder.”
Het zou nog twee weken duren voordat Sepideh en haar moeder iets hoorden van Saman – en nog eens twee weken voordat ze hem konden bezoeken. “Hij vertelde ons dat hij en zijn vrienden waren gearresteerd, terwijl ze bezig waren met het verspreiden van Bijbels en dat ze zware verhoren hadden ondergaan.” Het was moeilijk voor Sepideh om haar broer in deze omstandigheden te zien, maar ze vertrouwde op haar Heere. “Ik geloof dat mijn broer in Gods handen is en dat Hij een plan heeft voor hem, ook daar in de gevangenis.”
Sepideh’s naam is veranderd om veiligheidsredenen.
World Watch Monitor