Christelijke grootmoeder (55) vermoord

15-12-2016
Sukura, wiens moeder werd vermoord, met zijn gezin.
Een Indiase grootmoeder werd helemaal uitgekleed en doodgeslagen. Haar lichaam werd verbrand. Reden: haar christelijk geloof zou ‘de vrede in het dorp verstoren’.

Samari Kasabi (55) uit het afgelegen dorp Dokawaya, werd vermoord door vijandige dorpsgenoten op een moment dat zij alleen thuis was. Haar zoon en zijn gezin wonen in het huis naast haar maar het gezin was naar de kerk gegaan, twaalf kilometer verderop. Ze bleven daar ook overnachten.
Op de bewuste avond van 16 oktober gingen enkele dorpelingen naar Samari’s huis en vroegen naar haar zoon. Toen ze hen vertelde dat hij er niet was, sleepten ze haar naar buiten, trokken haar al haar kleren uit en sloegen haar dood. Ze verbrandden haar lichaam een paar honderd meter van haar huis. Andere familieleden zagen wat er gebeurde maar ze waren niet in staat om het geweld te stoppen, vertelt de 35-jarige zoon Sukura.

Bloedspatten
Toen Sukura de volgende ochtend thuiskwam, kon hij zijn moeder niet vinden. Terwijl hij zocht rond haar huis, vond hij bloedspatten en een tas met de kleding die ze de vorige dag gedragen had. Hij vroeg zijn buren wat er was gebeurd, maar ze zeiden niets. Wel kreeg hij het gevoel dat ze iets voor hem verborgen. Uiteindelijk vertelden ze hem het gruwelijke nieuws.
Sukura ging onmiddellijk naar de politie. Die arresteerde het dorpshoofd, die de details van de moord bevestigde. Het dorpshoofd werd twee dagen vastgehouden, terwijl de politie meer onderzoek deed. Dit leidde tot de arrestatie van vier andere mensen uit het dorp. Daarna werd het dorpshoofd vrijgelaten. De vier gearresteerden zijn nog niet aangeklaagd.

Ontvoerd
Zes maanden eerder hadden enkele dorpelingen geklaagd over Sukura’s familie bij de lokale Naxalieten, een informele term voor Indiase communistische groepen. Van Naxalieten is bekend dat ze in het verleden veel christenen hebben vermoord. De dorpelingen hadden de communistische groep verteld dat Sukura’s familie ‘de vrede in het dorp verstoorde’ en daarom moest worden vermoord. Daarop ontvoerden de Naxalieten de familie en hielden hen drie dagen vast voordat zij hen lieten gaan. “De Naxalieten vertelden de dorpelingen dat we onschuldig waren en dat we baden voor het welzijn van de gemeenschap in plaats van de vrede verstoorden”,  vertelt Sukura. Desondanks bleven de dorpelingen de familie bedreigen.
Het dorp heeft geen telefoonverbinding en ligt 45 kilometer af van de dichtstbijzijnde hoofdweg, dus het komt zelden voor dat andere christenen Dokawaya bezoeken vanwege de gevaren. Hierdoor is de kleine christelijke gemeenschap erg geïsoleerd. Sommige christenen hebben vanwege bedreigingen hun geloof opgegeven.
Toen christelijke welzijnswerkers Sukura bezochten na zijn moeders dood, zei hij: “Sinds ik tot geloof gekomen ben, heeft nog geen enkele christelijke leider uit welke plaats dan ook ons bezocht. Dit is de eerste keer dat er iemand komt en voor ons bidt.”



Terug naar overzicht