Samuel Masih (55), een christelijke schoonmaker, is afgelopen zaterdag begraven. Hij kwam om het leven bij een aanval op een christelijke wijk in Peshawar in Pakistan. Vier zelfmoordterroristen met automatische wapens stonden klaar voor de aanval. In de wijk wonen dertig tot veertig christelijke families.
Toen Samuel Masih de poort rond 5.30 uur opende om op weg te gaan naar zijn werk, schoten de aanvallers op hem. Ondanks dat hij gewond was, kon hij op tijd hulp inroepen zodat een bloedbad werd voorkomen. Een van de nichten van Masih vertelt: “De bewaker bij de poort ontving een telefoontje van Samuel. Hij schreeuwde en riep: ‘Sluit de poort meteen, ik ben in mijn been geschoten. Ik heb de terroristen gezien; ze zijn de Kabul-rivier overgestoken en vallen ons aan. Sluit de poorten en bel om versterking’. De rest van de tijd riep Samuel het uit naar God. Ik hoorde kogels rondvliegen. Het klonk alsof ze in alle richtingen afgeschoten werden. Samuel alarmering was precies op tijd. Hij heeft het leven van tientallen christenen gered. We zullen hem ontzettend missen maar hij redde ons leven en we zijn dankbaar voor zijn gebeden en moed.”
Ontbijt
Samuel laat zijn vrouw Razia, dochters Kiran (30), Anna (19), Samra (12) en zoons Wagar en Shaharyar (22) achter. Razia Masih vertelde World Watch Monitor dat haar laatste gesprek met haar man ging over de voorbereiding van de bruiloft van één van hun kinderen. “Ik maakte zijn ontbijt die ochtend en wist niet dat we elkaar niet meer zouden zien”, vertelt ze. “We zijn dankbaar dat het leger snel arriveerde; anders zou er een groot bloedbad hebben plaatsgevonden”, zegt Samuels oudste zoon Wagar.
Morgen
Een dorpsgenoot, vader van vier kinderen zegt: “We hebben het allemaal overleefd, onze kinderen leven nog. We zijn de veiligheidsdiensten dankbaar. Maar morgen kan zoiets weer gebeuren. Zullen ze het blijven proberen? We zijn maar eenvoudige mensen, waarom vallen ze ons aan? Hoe zullen we ons ooit veilig kunnen voelen, we zijn maar een kleine gemeenschap.”