Terwijl leden van de zelfbenoemde Islamitische Staat (IS) gretig hun Ramadan onderbraken door gulzig van grote borden rijst te eten, begonnen ‘Hani’, zijn broer en een aantal andere gevangenen, te rennen. Ze renden zo hard ze konden, in de hoop de beschutting van een aantal nabijgelegen heuvels te bereiken terwijl de bewakers genoten van hun maal.
“Niet schieten”
Nadat ze de heuvels hadden bereikt, belden de ontsnapten hun families met de mobiele telefoon die een van hen had kunnen verbergen. “Zeg tegen de Peshmerga dat ze niet schieten!” zeiden ze gehaast. “We zijn met z’n zevenen!”
“De angst en verwarring waren ondraaglijk"
De families alarmeerden de Peshmerga, de Koerdische militia die de stad Qaraquosh beschermden tegen invallen van IS. Hani en de anderen kenden de omgeving goed en al spoedig staken ze de linies waar de Peshmerga zich bevonden over, recht in de armen van hun wachtende families. Hun 26 dagen durende beproeving was voorbij.
Aramese taal
Voordat hij was gekidnapt, was Hani een trotse inwoner van Qaraqosh, een christelijke stad die zo’n 32 kilometers af ligt van Mosul. De 50.000 Chaldeeuws-katholieke christenen in Qaraqosh spraken nog steeds de oude taal (Syriac), een dialect van de Aramese taal die Jezus sprak. Hun christelijke achtergrond gaat terug tot de eerste eeuw. Hani’s familie stond goed bekend in de streek, ze waren schapenhoeders. Kort geleden hadden ze hun onderneming uitgebreid met kippen en Hani leidde deze nieuwe bedrijfstak.
Vuurgevecht
Op een dag in juli 2014, terwijl hij de kippenboerderij die zo’n vijf kilometer buiten Qaraqosh lag, leidde, zat Hani ineens opgesloten in een vuurgevecht tussen IS-strijders en Peshmerga-troepen die de stad bewaakten. Hoewel Hani wist dat de islamitische militanten Mosul enkele weken eerder hadden ingenomen, had hij nooit verwacht dat ze Qaraqosh zouden aanvallen. Na drie dagen van gevechten had IS de kippenfarm in handen. Hani herinnert zich dat een van de terroristen zei: “We zijn van IS, maak je geen zorgen”. De strijders zeiden dat Hani en zijn werknemers het werk moesten hervatten, want ze zouden hen op dit moment niet laten terugkeren naar Qaraqosh. “De angst en verwarring waren ondraaglijk”, vertelt Hani.
Losgeld
Na twee dagen met de waakzame ogen van IS in hun nek, kwamen Hani en de anderen erachter wat de echte agenda van de strijders was. “Ze begonnen met ons te praten over de islam en vertelden hoe verkeerd het christendom is”, zegt Hani. “Ze zeiden eerst tegen ons: ‘’Jullie mogen ons je geloof uitleggen.” Maar de extremisten zetten gaandeweg meer druk op de christelijke gevangenen en dreigden al hun kruisjes te breken. Uiteindelijk vertelden de IS-leiders dat hun families waren gebeld en dat er losgeld was geëist, een bedrag van 370.500 euro. De christenen wisten dat hun families dit bedrag nooit bijeen zouden kunnen krijgen, en dat hun levens nog steeds in gevaar waren, zelfs als het losgeld betaald zou worden. “Het was een heel moeilijk moment.” vertelt Hani. “Ik bid altijd dat niemand ooit in zo’n positie terecht komt.”
Ontsnappen
Elke dag bij zonsondergang, onderbraken de IS-strijders hun vasten. De gevangenen wisten dat de Peshmerga-troepen, die eveneens uit moslims bestaan, hun vasten op hetzelfde moment onderbraken. De terroristen die hen gevangen hielden, waren relaxt genoeg om een pauze te nemen en van hun avondmaaltijd te genieten. Dat was het moment dat Hani en de anderen konden ontsnappen.
"Hani, vertrek alsjeblieft!" adviseerde een vriend
Nog erger
Na 26 dagen van gevangenschap en het verlies van hun waardevolle kippenfarm, kon Hani zich niet voorstellen dat er iets ergers zou gebeuren. Maar een week na zijn terugkeer naar Qaraqosh, belde een Arabische vriend hem om tien uur ’s ochtends, met een dringende waarschuwing. “Hani, vertrek alsjeblieft”, adviseerde de vriend hem. “Alsjeblieft, er is geen mogelijkheid om te blijven.” Rond middernacht hadden de Peshmerga-troepen de stad plotseling verlaten en dertig minuten later rolden IS-voertuigen de stad binnen, zonder enige tegenstand.
‘Hel’
Hani vluchtte samen met zijn zwangere vrouw zijn schoonfamilie uit Qaraqosh, richting de door de Koerden gecontroleerde stad Erbil. “Mijn hart was gebroken toen ik hier kwam”, vertelt Hani. “Ik had geen toekomst meer. We hielden van onze stad; die ligt ons zeer na aan het hart. In een enkele seconde was ik mijn werk en al mijn geld kwijt. Ik vond het een hel.”
Hani begon zich af te vragen waar God was in deze tijd van onzekerheid en ellende. Hij was emotioneel leeg en haatte het dat de terroristen hun levens zo hadden verwoest. Hoewel hij de Chaldeeuws-katholieke kerk nog wel met zijn familie bezocht, voelde Hani zich zo verraden door God dat hij besloot om niet meer naar de kerk te gaan.
Christenen uitdagen
Op een dag, toen hij met zijn oom door een buitenwijk van Erbil reed, zag hij een bord van een van de weinige evangelische kerken in het gebied. Hani had een hekel aan deze kerken omdat ze de traditionele aspecten van het christendom die hij beschouwde als heel belangrijk, hadden “vernield”. Hoewel hij onlangs de Chaldeeuws-katholieke kerk de rug had toegekeerd, besloot Hani om naar deze kerk te gaan en de gelovigen daar uit te dagen, in een poging om te bewijzen dat ze geen echte christenen waren.
"Voorheen haatte ik militante moslims, maar nu beschouw ik hen als slachtoffers"
Toen hij het gebouw binnenstapte, verwelkomde iedereen hem met een brede lach. De voorganger leek authentiek, en de dienst raakte zijn hart. Iets van zijn boosheid richting God nam af, en hij besloot om terug te komen en deel te nemen aan de dicipelschapstraining. “Ik was echt een harde jongen in die tijd”, blikt hij terug. “Ik stelde vragen, met de gedachte om de persoon die de training gaf te kunnen beschamen. Toch kreeg ik altijd een antwoord dat was gebaseerd op de Bijbel.”
Nieuwe vrede
Hani ontdekte dat de kerk waar hij was terechtgekomen belangrijke waarheden uit de Bijbel onderwees, en minder nadruk legde op de christelijke tradities. “Vanaf die tijd miste ik geen een zondagsdienst meer”, zegt Hani. Hij leerde zelfs om te bidden en verwierf een nieuw begrip van de Schriften, die hem eerder altijd een mysterie hadden geleken. Hij voelde een nieuwe vrede in zijn hart en begon het doel met zijn leven te begrijpen.
“Voorheen haatte ik militante moslims”, geeft hij toe. “Nu beschouw ik hen als slachtoffers omdat ze, als ze de Heere Jezus zouden kennen, niet zulke afschuwelijke dingen zouden doen.”
Focus op moslims
Nadat Hanis’vrouw de verandering in haar man zag – van een boze harde man in een vredelievende volgeling van Jezus – stelde zij ook haar vertrouwen op de Heere. Hani kon zijn geloof niet voor zichzelf houden. “Ik heb ontdekt dat als je een gelovige wordt, je een taak hebt om het aan anderen te vertellen.” Als christelijke minderheid hebben we veel kansen gekregen om Jezus beter te leren kennen. Moslims hebben die mogelijkheid niet. Daarom focus ik me op het bereiken van moslims.”
Hani gebruikt zijn tijd om Bijbels uit te delen in en rond Erbil, om degenen die hongerig zijn naar de waarheid het Evangelie te vertellen. In de toekomst wil hij in Qaraqosh een nieuwe kerk beginnen. Boven alles wil Hani de liefde van Christus verspreiden door heel Irak. “We willen dat heel Qaraqosh de Heere Jezus leert kennen – en Mosul ook! Wij verlangen ernaar dat het licht van Jezus groter wordt in Irak.”