Dit keer is anders. Je zoon van tien komt heel rustig thuis. Als een briesje, het valt je haast niet op. Verdiept in je boek ben je de opengaande deur alweer vergeten, en je leest nog even de laatste bladzijde uit. Opeens staat je zoon voor je neus. Voor je het weet, pakt hij het boek uit je handen en begint er met een mes in te steken. Woedend, schreeuwend, ontdaan.
“Je moet stoppen met geloven!"
Wanhopig kijkt hij je aan en tranen lopen over zijn wangen. Je zoon houdt het gehavende boek in de lucht. “Je moet stoppen met geloven!” Snikt hij. “Wil je dat doen? Alsjeblieft?”
Precies dit gebeurde bij de Chinese Huang thuis. Haar tienjarige zoon Ning had die ochtend van zijn juf gehoord dat je christenen niet kunt vertrouwen. Ze vertelde de klas ook dat christenen een groot gevaar zijn voor deze Chinese samenleving.
Toen Ning dat hoorde, werd hij wanhopig. Hij wilde zijn ouders niet verliezen! Ning besloot dat zijn ouders hun geloof moesten opgeven. Hij zou actie ondernemen. Alleen dan zou het gezin bij elkaar kunnen blijven.
Vervolging in China is sinds 2018 gegroeid met 300%
De gebeurtenis bij Huang thuis past helemaal in het plaatje van de toenemende vervolging in China. De overheid richt onder andere haar pijlen op de nieuwe generatie. Op scholen krijgen kinderen duidelijk anti christelijke propaganda, ze leren Jezus en Zijn volgelingen te haten. Daarbij komen allerlei andere wetten en regels, zoals dat je alleen naar de kerk mag als je achttien jaar of ouder bent.
Deze vorm van vervolging veroorzaakt pijn. Pijn en onzekerheid voor Huang en Ning en veel andere Chinese ouders en kinderen. Het is iets dat we niet kunnen oplossen. Maar we kunnen wel íets doen. We moéten iets doen.
We hebben een gaaf project, waarbij we christelijke gezinnen in China steunen. We delen daar een zondagsschool-in-een-doos uit. Benieuwd? Lees hier verder.