Volgens Esther is niet bekend hoeveel christenen er in Afghanistan wonen. “Afghaanse christenen zijn ex-moslims die vaak via dromen Jezus hebben leren kennen. Het is voor hen levensgevaarlijk om openlijk over hun geloof te spreken. Zelfs tegenover de familie zwijgen ze hier meestal over. Vervolging komt in Afghanistan voornamelijk vanuit de familie, niet zozeer vanuit de overheid. Als binnen je familie bekend wordt dat je christen bent geworden en de islam verlaat, wordt dit als een grote afgang ervaren. De islam omvat het hele leven en als je dat loslaat, dan ben je in de ogen van je familie een landverrader.”
'Als je de islam loslaat, ben je in de ogen van je familie een landverrader.'
Gastvrij
Uit veiligheidsoverwegingen wil Esther niet te veel kwijt over de organisatie waarvoor ze heeft gewerkt en over haar activiteiten in Afghanistan. Want ook buitenlanders moeten op hun hoede zijn. De afgelopen jaren zijn verschillende westerse christelijke hulpverleners vermoord door de Taliban en andere extremistische moslimgroeperingen. Wel wil ze vertellen over een aantal bijzondere ontmoetingen dat ze heeft gehad met Afghanen. Gesprekken waarin ze iets kon delen over het christelijk geloof.
“In het huis waar ik samen met een buitenlands echtpaar woonde, kwam iedere maand Khyber op bezoek, een Afghaanse man die christen was geworden. Hij was getrouwd en had ook kinderen. Hij at met ons en ik las met hem uit de Bijbel. We hadden open gesprekken waarin hij vertelde dat hij verstoten was door zijn familie en daar had hij het erg moeilijk mee. Zijn ouders dwongen hem om met een conservatieve moslima te trouwen. Ze hoopten hun zoon op die manier weer op het goede spoor te brengen. De vrouw van Khyber wist overigens niet dat haar man christen was. De ouders van Khyber hadden haar dit niet verteld, want als bekend werd dat hun zoon geen moslim meer was, kon er voor hem geen huwelijk gearrangeerd worden.
We hebben Khyber en zijn gezin een keer uitgenodigd om bij ons te komen eten. Omdat de Afghaanse cultuur erg gastvrij is, kun je dit doen. Voor het bezoek vroegen we Khyber of we voor het eten konden bidden en dat vond hij geen probleem. Afghanen bidden zelf ook, dus dat is niet opvallend. Hij vond het fijn dat hij op die manier zijn vrouw iets van het christelijk geloof kon laten zien. Openlijk spreken over het geloof is tijdens zo’n ontmoeting waar het gezin bij is, eigenlijk niet mogelijk.”
Context
Christenen als Khyber kunnen hun geloof meestal niet met anderen delen, waardoor ze zich vaak eenzaam voelen, vertelt Esther. “Khyber gaf ook dat hij zich vaak alleen voelde, maar tegelijkertijd vertelde hij troost te ervaren doordat hij Jezus had leren kennen. Ik vond het bijzonder om te zien op wat voor manier de Bijbel Khyber aansprak. Hij leest de Bijbel op een heel andere manier dan wij.
Een collega las met hem een keer Psalm 139 en vroeg vervolgens wat hem daarin trof. Khyber verwees meteen naar de laatste verzen, waar staat: ‘Zou ik niet haten, HEERE, wie U haten, walgen van wie tegen U opstaan?’ Dat zijn niet de teksten die wij snel aanhalen. Wij citeren liever de eerste verzen waar staat: ‘HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan.’ De laatste verzen van deze Psalm vertolken echter heel duidelijk de context waarin Khyber leeft. Een context waarin de vijandschap tegen de God van de Bijbel elke dag wordt ervaren.”
Dromen
Veel moslims die christen zijn geworden, hebben via een droom gezien dat Jezus zich aan hen openbaarde. Bij Khyber is dat ook het geval. “Hij is op een erg bijzondere manier christen geworden. Jaren geleden sprak Khyber een vriend van me aan op de markt in Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. Hij zei tegen hem: ‘Ik droomde en zag een man in het wit gekleed en die zei dat ik naar een buitenlander moest gaan om meer over Hem te weten te komen.
Mijn vriend was overrompeld en dacht dat het een valstrik was van de Taliban. Hij antwoordde: ‘Sorry, maar daar weet ik niks van.’ Vervolgens is hij doorgelopen. De daarop volgende nacht sliep mijn vriend slecht en worstelde met de gedachte dat hij Jezus had verloochend. Een jaar later was hij op een vliegveld in Afghanistan. In de aankomsthal zag hij opnieuw Khyber lopen. Die liep meteen naar hem toe en zei: ‘Weet u dat ik u een jaar geleden heb aangesproken op de markt? Ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag.’ Dat was voor hem de bevestiging dat God hem op zijn pad had gebracht.”
Tuinman
Doordat Afghaanse christenen moeilijk over hun geloof kunnen spreken, getuigen ze met name via hun levenshouding. Ze hopen dat dit anderen nieuwsgierig maakt waardoor zij vragen gaan stellen. Esther: “Op de compound waar ik woonde, werkte een tuinman. Op een dag speelde ik gitaar en zong Psalm 23. De tuinman tikte op de ruit en maakte duidelijk dat hij het erg mooi vond. Hij vroeg me om de Psalm nog een keer te zingen. Vervolgens heb ik Psalm 23 met hem gelezen en de tekst uitgelegd. Later verhuisden we naar een andere compound en hij verhuisde mee. Niet lang daarna kwam hij wat verdrietig naar me toen en zei: ‘Ik ben de foto van Jezus kwijtgeraakt.’ Ik begreep niet wat hij bedoelde.
‘Kijk, Jezus heeft een ereplaats gekregen.’
Toen vertelde hij dat hij jaren eerder een foto van Jezus had gekregen van een Iraans christen, maar die was hij bij de verhuizing kwijtgeraakt. Hij vroeg of ik in Nederland een foto met een afbeelding van Jezus voor hem kon kopen. Toen ik een keer in Nederland was, heb ik een tekening van Jezus als herder geprint en die aan hem gegeven. Hij was er heel blij mee. Hij nodigde me op een keer uit om bij hem thuis te komen eten, samen met een collega. Toen ik zijn huis binnenliep, schoot ik helemaal vol toen ik de afbeelding van Jezus prominent in zijn huis zag hangen. Hij zei tegen me: ‘Kijk, Jezus heeft een ereplaats gekregen.’ Het is heel bijzonder als een moslim zoiets zegt, zeker in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen. Wat er verder met hem is gebeurd, weet ik niet. De tuinman staat nog steeds op mijn gebedslijst.”
Imam
Tijdens het gesprek met Esther wordt het ene bijzondere verhaal gevolgd door het andere. Verhalen die laten zien hoe God door onmogelijke situaties een weg baant.
“Ik gaf een keer een training aan Afghaanse verpleegkundigen. Ik stond na de training buiten met een groep vrouwen in burka te praten. Opeens kwam er een imam boos op me af. Hij vroeg: ‘Waarom moet mijn vrouw hier zo lang wachten?’ Ik bleef heel rustig en zei dat ik het erg vervelend vond. Hij snauwde: ‘Wat doe jij hier eigenlijk? Ben je hier voor het geld?’ Ik legde uit dat ik naar Afghanistan was gekomen om te helpen bij de wederopbouw van het land. Vervolgens vroeg hij of ik moslim was. Toen ik zei dat dit niet het geval was, kwam de vraag of ik moslim zou willen worden. Ik antwoordde: “Nee, want ik houd van Jezus.’
'Ik heb jouw boek niet gelezen. Heb je er één voor me?'
Toen kwam er nog een man bij staan en die vertelde dat hij over Jezus had gehoord toen hij in Iran was. Ik wist niet wat ik meemaakte! Afghaanse mannen spreken niet met vrouwen en ineens stond ik met twee mannen over Jezus te praten. De imam zei: ‘Ken je ons boek?’ Ik antwoordde dat ik de Koran inderdaad had gelezen. Toen reageerde hij: ‘Maar ik heb jouw boek, de Bijbel, niet gelezen. Heb je er één voor me?’
Ik was verbaasd door zijn vraag en vroeg: ‘Weet u wel hoe gevaarlijk het is om een Bijbel in uw huis te hebben?’ Hij antwoordde: ‘Ja dat weet ik, maar toch wil ik een Bijbel.’ Toen ik merkte dat hij oprecht geïnteresseerd was, heb ik gezegd: ‘Ik zorg ervoor dat er als u de volgende keer hier komt, een Bijbel voor u klaarligt.’ Dat heb ik vervolgens geregeld via mijn buitenlandse collega’s. De betreffende collega die de Bijbel zou afleveren, is echter kort daarna bij een aanslag om het leven gekomen. Ik weet dus niet of de imam die Bijbel ooit heeft gekregen. Ik vond het heel moeilijk om het los te laten, maar besef dat God door gaat met Zijn werk en dat het niet van mij afhangt. Hij wil mij gebruiken als een schakeltje. Ik bid nog elke dag voor die imam. Ik ervaar dit wel als een geestelijk strijd. Je voelt dat de duivel altijd bezig is om het werk van God kapot te maken.”
Aanslag
Kerken zijn in Afghanistan niet te vinden. Christenen komen in kleine groepjes bij elkaar. Onderling hebben christenen beperkt contact omdat ze zichzelf en anderen anders in gevaar kunnen brengen. Buitenlandse christenen komen wel bij elkaar.
'Je realiseert je dat er altijd iets kan gebeuren.'
Maar ook dat is niet zonder gevaar, vertelt Esther. “Je realiseert je dat er altijd iets kan gebeuren. Op het podium achter de dominee zit een rode lamp. Als die gaat branden, weet je dat er gevaar dreigt en dat je het gebouw via de achteruitgang moet verlaten.”
“De Taliban heeft een keer geprobeerd een aanslag te plegen op onze kerk. Ze dachten dat er een dienst werd gehouden, maar dat was gelukkig niet zo. Vanwege de veiligheid hielden we diensten op verschillende dagen en tijdstippen. Ze hebben een zware autobom laten ontploffen voor het hek. Hoewel het gelukkig goed is afgelopen, heeft zo’n gebeurtenis wel grote impact.”
Gebed
Hoewel Esther inmiddels weer in Nederland woont, is ze in gedachten nog veel in Afghanistan. Ze benadrukt het belang van gebed voor Afghaanse christenen. “Bid vooral om mogelijkheden voor mensen om te groeien in hun geloof. Mensen leren Jezus regelmatig op een bijzondere manier kennen, onder andere via dromen. Maar vaak ontbreekt het aan verdere begeleiding om hun prille geloof te laten groeien. Bid ook om wijsheid over de vraag met wie christenen het geloof kunnen delen.”
Ontdek hier hoe je voor de huidige situatie in Afghanistan kunt bidden.
Zes gebedspunten voor christenen in Afghanistan
*Esther heet in werkelijkheid anders.