Het Koerdisch-Nederlandse echtpaar is de drijvende kracht achter de organisatie Home for Kurds. Vanuit een statig pand in Rotterdam wil het echtpaar een thuis bieden aan Koerden en hen in aanraking brengen met het Evangelie.
Wesselien pakt haar mobiele telefoon en laat beelden zien van de Koerdische kerkdienst van afgelopen zondag in Rotterdam. Een dienst waarin Faraidoun preekte. “We zenden live uit via Facebook. Via de stream kijken 33 duizend Koerden uit de hele wereld mee. Door middel van deze uitzendingen komen er wekelijks mensen tot bekering."
Elke Koerd die bij ons naar de kerk komt, krijgt met vervolging te maken
Elke Koerd wordt vervolgd
Volgens Faraidoun is er wereldwijd onder Koerden een groeiende belangstelling voor het Evangelie. Velen zijn teleurgesteld in de islam en staan daardoor open voor de Bijbelse boodschap. Ook steeds meer Nederlandse Koerden tonen interesse voor het Evangelie, met alle gevolgen van dien.
Faraidoun: “Elke Koerd die bij ons naar de kerk komt, krijgt met vervolging te maken. Een van de jongeren die onze diensten bezoekt, werd door zijn broer met zijn eigen Bijbel op zijn hoofd geslagen. In de meeste gevallen is de vervolging echter niet fysiek, maar met woorden. Iemand krijgt te horen: ‘Je bent vervloekt’ of: ‘Ik hoop dat je getroffen wordt door een bom als je naar de kerk gaat.’ Voor Koerden is dit soort vernederingen vaak zwaarder dan fysieke bedreigingen.”
De kogel ging dwars door de ruit, rakelings langs mijn hoofd. Hij miste op een haar na.
Eerst zwijgen
Faraidoun en Wesselien leren jonge Koerdische gelovigen om niet meteen tegen de familie te vertellen dat ze christen zijn geworden. Ze kunnen zichzelf daardoor in grote problemen brengen. Wesselien: “Christenen moeten vast staan in het geloof om bestand te zijn tegen het verzet waarmee ze te maken krijgen vanuit de familie. De kans is anders te groot dat ze het geloof weer kwijtraken of op een onverstandige manier het geloof met hun familie delen.
Er was een gezin van wie de man naar zijn familie in Koerdistan belde om te vertellen dat ze christen waren geworden. Hij zei verwijtend: ‘Jullie hebben een dom geloof en moeten ook christen worden.’ Dit soort opmerkingen doet meer kwaad dan goed. Het gezin is inmiddels terug naar Koerdistan en heeft ook met veel vervolging te maken, met name doordat ze zelf op een verkeerde manier gesproken hebben over hun christen-zijn.”
Kogel
Faraidoun en Wesselien worden zelf ook met tegenwerking en ernstige bedreigingen geconfronteerd vanwege hun evangelisatiewerk onder moslims. De nuchtere manier waarop ze erover spreken, wekt de indruk dat het een geaccepteerd onderdeel van hun leven is geworden. “In ons vorige huis zijn de ruiten ingegooid”, vertelt Wesselien. “Ook hebben ze onze auto bewerkt met een mes en is geprobeerd onze computer te hacken.” Naast het toebrengen van materiële schade, is er ook sprake van fysieke bedreigingen. Faraidoun: “Een aantal jaren geleden stond ik voor het raam toen er plotseling op mij geschoten werd. De kogel ging dwars door de ruit, rakelings langs mijn hoofd. Hij miste op een haar na”
Wat doet zo’n voorval met je?
”Daar schrik je erg van, maar aanvankelijk dachten we dat het om een verdwaalde kogel ging. In het deel van Rotterdam waar wij wonen zijn vaker schietincidenten. Hoewel ik niet precies weet wie hier achter zit, werd later duidelijk dat het een gerichte actie was van moslims om mij uit de weg te ruimen.’’
Geplande moord
Om veiligheidsredenen wil het echtpaar niet te veel kwijt over de rol van de politie als het gaat over hun bescherming. “De politie houdt ons in de gaten”, is het enige wat Faraidoun erover wil zeggen. Dat dit niet overbodig is, blijkt uit verhaal van Wesselien. “Iemand heeft ook geprobeerd mij te vermoorden. Dat was nota bene een persoon die bij ons had gelogeerd. Op de dag dat hij de moord wilde plegen, had hij eerst met Faraidoun gebeld om te checken of hij thuis was. Hij wilde er zeker van zijn dat Faraidoun er niet was, voordat hij toe zou slaan. Hij was niet thuis toen de man belde. Gods Geest maakte Faraidoun echter duidelijk dat hij naar huis moest gaan. Kort nadat hij thuis kwam, belde die betreffende man aan. Hij riep mijn naam meerdere keren bij de voordeur. Toen Faraidoun open deed, keek hij verbaasd. Hij had niet verwacht hem thuis aan te treffen en vertrok meteen weer. Later vertelde hij telefonisch aan Faraidoun dat hij het plan had om me met een mes te vermoorden.”
Als God mij niet voor dit werk geroepen had, was ik iets anders gaan doen. Dit werk is niet leuk.
Hoe heb je hierop gereageerd?
“Ik ben hierdoor erg van slag geweest en heb een maand de tijd genomen om tot rust te komen. Het gebeurde om een moment dat we er behoorlijk doorheen zaten. Ook door allerlei roddels die erop gericht waren om ons werk kapot te maken”
"Gods werk is niet leuk"
Hoewel het werk de laatste jaren zwaarder is geworden en de bedreigingen toenemen, is het voor Faraidoun en Wesselien geen optie om te stoppen. Faraidoun was vroeger zelf overtuigd moslim en werd vijftien jaar geleden christen, nadat hij in het asielzoekerscentrum in contact kwam met een Nederlandse christen. Kort hierna ervoer hij de roep van God om andere Koerden te vertellen over Jezus. “Als God mij niet voor dit werk geroepen had, was ik iets anders gaan doen. Dit werk is niet leuk. Soms wordt gedacht dat werken in Gods Koninkrijk leuk moet zijn, maar dat lees ik nergens in de Bijbel. Jezus en zijn discipelen hadden ook geen ‘leuke’ bediening. Ze hebben veel geleden.
Wesselien: “Al die bedreigingen geven een psychische druk. We praten er misschien nuchter over, maar de zwaarte is er altijd. Je bent mens en wilt leven. Je loopt veel blauwe plekken op en het kost tijd om die te laten genezen. Soms neem je daar te weinig tijd voor. Ik heb ook de overtuiging dat God ons geroepen heeft voor dit werk, maar dat wil niet zeggen dat het altijd goed met je gaat. Soms proberen mensen ons te bemoedigen door te zeggen: ‘God beschermt je, dus dan overkomt je niets.’ Daar geloof ik niet in. Ik geloof zeker dat God mijn beschermer is en dat Hij goed is, wat er ook gebeurt. Dat wil echter niet zeggen dat ons niets overkomt. Als dat het geloof is, zou je het kwijt kunnen raken als er wel wat gebeurt. Ik leer ook aan de kinderen dat God weet wat goed voor ons is.”
Heel blij
Ondanks de teleurstellingen en de grote druk, beschouwt Faraidoun het werk niet als ploegen op rotsen. “Je kunt dat gevoel krijgen, als je ziet dat veel Koerden vast blijven zitten in de islam of weer terugvallen. Er is ook heel veel tegenwerking van moslims die mij als een bedreiging zien. In moskeën word ik een kafir genoemd, iemand die vogelvrij is en met wie je alles mag doen. Nog niet zo lang geleden stond ik bij het open raam en riep iemand: ‘Kom naar buiten, dan zal ik je onthoofden!’ Als je hier teveel op focust, kun je ontmoedigd raken. Maar als ik zie hoe God ons werk de afgelopen jaren heeft gezegend, dan word ik heel blij.”