“Nog vaak krijg ik hartkloppingen als ik aan die dag terugdenk”, vertelt Arslan op een veilige, afgelegen plek in de Pakistaanse stad Lahore. “Ik kom maar weinig buiten, omdat ik vaak achtervolgd word.” Arslan heeft een bedrijf in beveiligingsapparatuur. Hij verkoopt onder meer beveiligingscamera’s voor winkels en scholen. “Mijn pand staat in een moslimwijk.
Op een dag had ik camera’s geïnstalleerd bij een school. Toen ik wegging, werd ik tegengehouden door twee moslims. ‘Wat doe jij hier?’ vroegen ze dreigend. Toen ik vertelde dat ik beveiligingscamera’s had geïnstalleerd, riepen ze: ‘Hoe durf jij hier te komen?’ Vervolgens kreeg ik een aantal klappen. Ook lieten ze me een pistool zien en dreigden: ‘As we je hier nog één keer zien, vermoorden we je!’ Ik antwoordde: ‘Mijn bedrijf is hier vlakbij, dus ik moet hier elke dag zijn.’ Ze snauwden: ‘Nee, dit gebied is van ons.’ Toen ik naar de politie ging, werd ik niet serieus genomen. Het was aanvankelijk ook niet mogelijk om aangifte te doen. Volgens de politie moest ik me niet druk maken, want het stelde niets voor. Pas nadat een bevriende advocaat zich ermee bemoeide, kon ik aangifte doen. Helaas is er niets met de aangifte gedaan. En de bedreigingen bleven komen.”
Pistool
Arslan is getrouwd en heeft een zoontje van een jaar oud. Over zijn gezin maakt hij zich nog de grootste zorgen. “Als ik naar een feestje ga of boodschappen doe, zie ik vaak één van de twee mannen die me op straat aanhielden, plotseling tevoorschijn komen. Het gebeurde onlangs dat de man ineens opdook en me dreigend aankeek op het moment dat ik met mijn vrouw en kind in een park zat. Begin dit jaar liepen we in een winkelcentrum en weer verscheen die man ineens. Toen hij zag dat ik hem herkende, liet hij zijn pistool zien. Telkens zegt hij dat ik mijn zaak moet sluiten en weg moet gaan.” Ook zakelijk gezien hebben de bedreigingen veel impact op Arslan. Uit veiligheidsoverwegingen heeft hij de naam van zijn bedrijf al verschillende keren gewijzigd. “Alleen ’s ochtends heel vroeg of ’s avonds laat ga ik even naar mijn bedrijf om materialen op te halen. Dan loop ik het minste risico.”
"Het is erg lastig om contact te leggen met nieuwe klanten
vanwege de veiligheidsrisico’s."
vanwege de veiligheidsrisico’s."
Afscheid
“Door deze gebeurtenissen ben ik zeventig procent van mijn klanten kwijtgeraakt. Als je een kantoor hebt waar mensen naar toe kunnen komen, weten ze je te vinden. Het is nu erg lastig om contact te leggen met nieuwe klanten, vanwege de veiligheidsrisico’s. Van een aantal klanten heb ik afscheid moeten nemen omdat ik hen niet durf te bezoeken. Laatst werd ik gebeld door een school met de vraag om beveiligingscamera’s te installeren. De school ligt vlak bij de plek waar ik voor het eerst door de mannen werd bedreigd. Ik heb die opdracht daarom niet aangenomen. Het is moeilijk om dit te accepteren, zeker omdat het vóór het incident erg goed ging met mijn bedrijf. Het groeide flink. Ik denk dat dit ook de reden is dat ze me bedreigd hebben. Het is pure jaloezie.”
Ontvoeren
Het bezoek uit Nederland doet Arslan goed. “Ik ervaar het als een zegen om mijn verhaal te delen.” Dan vervolgt hij: “Jezus is de enige op wie ik vertrouw. Buiten Hem heb ik niemand. Elk dag is mijn gebed: ‘God, redt u ons alstublieft. Houdt U hen ver bij ons vandaan, Abba.”
"Mijn kind zou ontvoerd kunnen worden.
Alleen al de gedachte daaraan geeft veel spanning."
Alleen al de gedachte daaraan geeft veel spanning."
Vanwege alle bedreigingen woont Arslans vrouw met hun zoontje nu bij haar moeder in een andere stad, een aantal uren rijden vanaf Lahore. “Ik durfde hen hier niet langer te laten wonen. Over een jaar moet mijn kind naar school en dat gaat hier niet. Hij zou ontvoerd kunnen worden en alleen al de gedachte daaraan geeft heel veel spanning. Ik heb mijn vrouw en kind nu al twee maanden niet gezien en we hebben alleen telefonisch contact. Vanwege mijn bedrijf kan ik hen niet opzoeken. Ik moet hier blijven om geld te verdienen. Het is voor mij ook lastig om te verhuizen omdat ik hier mijn zaak heb. Ergens anders moet ik weer helemaal opnieuw beginnen.” Arslan woont op dit moment bij zijn zus, omdat hij geen geld heeft om zelf een woning te huren.
Vragen
Doordat de inkomsten flink zijn teruggelopen maakt Arslan zich grote zorgen over de toekomst van zijn bedrijf. “Het is voor mij een grote vraag wat ik moet gaan doen als ik mijn bedrijf moet sluiten. Dit is het vak waarvoor ik ben opgeleid. Moet ik dan de straten gaan vegen? Dat is wat de mensen die me bedreigen het liefste zien gebeuren.”
Arslan ervaart dat God door alle omstandigheden heen bij hem is. Tegelijkertijd worstelt hij ook met vragen. “Als ik me bedreigd voel, zeg ik tegen God: ‘Waarom overkomt ons dit? We zijn toch Uw kinderen?’ Op zulke momenten is het alsof God tegen me zegt: ‘Maak je geen zorgen. Er zal een dag komen dat het voorbij zal zijn.’ Ik probeer me te richten op Jezus, die voor mijn zonden stierf aan het kruis. God geeft me ook het geduld om met de moeilijke omstandigheden om te gaan en vol te houden.”