Ibrahim, getrouwd en vader van een tienerzoon, weet wat het is om tegen de stroom in te gaan. Als hijzelf in zijn tienerjaren zit, komt hij in aanraking met christenen. Dit leidt uiteindelijk in een keuze met verstrekkende gevolgen.
Jezus of je familie
Ibrahims leven verandert radicaal als hij zijn vader vertelt wat er speelt. Zijn vader reageert woedend en stelt hem voor het dilemma: Jezus of je familie. Een onmogelijke keuze voor een jongen van 15 en hij zegt dan ook: ‘Papa, ik kan niet kiezen. U bent mijn vader, maar Jezus is mijn Verlosser en Heere!’ Zijn vader verlaat het gezin als gevolg van de keuze van zijn zoon. Ibrahim is de enige zoon in huis en hij moet de verantwoordelijkheden van zijn vader overnemen. Al snel weet de hele wijk dat Ibrahim de islam heeft verlaten en komt de politie met regelmaat over de vloer om huiszoekingen te doen. In het begin wordt alleen christelijke lectuur meegenomen, maar bij volgende bezoeken verdwijnen er steeds meer spullen. Ibrahims moeder komt door zijn geloofskeuze zelfs een tijdje gevangen te zitten en andere christenen ook. Het is een pijnlijke en heftige periode.
"Laat los wat je uiteindelijk toch niet kan vasthouden.
Geef Hem die leegte zodat Hij die kan opvullen."
Geef Hem die leegte zodat Hij die kan opvullen."
Laat los
Ibrahims geloofskeuze wordt zwaar op de proef gesteld. In gebed richt Hij zich tot zijn Vader en zegt: ‘Heere, wat er ook gebeurt, ik blijf U trouw!’ Terwijl hij deze woorden uitspreekt, openbaart God Zich krachtig in hem. Ibrahim vertelt: “Mijn problemen waren niet over, de verdrukking was niet voorbij. Maar toen ik mezelf leegmaakte en alles kon loslaten, vulde Hij mijn leegte met Zichzelf. Het heden was niet langer bepalend, maar ik kreeg zicht op de toekomst. Dat is een les, die ik heb geleerd en graag aan anderen wil doorgeven. Laat los, wat je uiteindelijk toch niet kan vasthouden. Geef Hem die leegte, zodat Hij die kan opvullen.”
Minderheid
Deze ervaring geeft Ibrahim grond onder de voeten en hij gaat er moedig mee aan de slag. Hij zegt: “Je hebt door God gegeven vrijmoedigheid nodig om als christen in Turkije te leven. Christenen zijn veruit in de minderheid, 99 procent van de Turken is moslim. Onderdrukking kan vanuit je familie komen, vanuit de omgeving of vanuit de regering. Of vanuit alle drie. En we weten dat de duivel zelf de aanklager en de onderdrukker is.”
Wie is de vijand?
“Elf jaar geleden zijn er drie christenen gemarteld en gedood. Alleen vanwege het feit dat ze christen waren. ie zijn onze vijanden? Zijn het de Turken? Nee, het is de anti-christ. Alleen steeds in een andere gedaante. Soms in de gedaante van een liberaal, soms als Jihadstrijder, atheïst of democraat. Hij heeft maar een doel, de christenen doden. Dat zien we ook in Turkije. De geest van de anti-christ is sterk aanwezig in Turkije.”
De Turkse hoofdstad Istanbul
Ibrahim wil zich ondanks alles niet terugtrekken, maar juist vooruitgaan. Bijna dertig jaar geleden richtte hij een organisatie voor christelijk kinderwerk op. ”Kinderen zijn niet de kerk van de toekomst, maar is de kerk van vandaag!” vervolgt Ibrahim. ”Jaarlijks organiseren we kinderkampen, we geven een christelijk kinderblad uit, leiden kinderwerkers op, we geven christelijke muziek-cd’s uit en proberen het Evangelie uit te leggen via internet.”
Islamlessen
“Van kinds af aan heb je te maken met tegenstand. Alle kinderen zijn verplicht op school islamlessen te volgen. Ook als je geen moslim bent. Vaak zijn kinderen de enige op school, straat of dorp die christen zijn. Eenzaamheid onder christenen komt veel voor. De jaarlijkse kampen met volop christelijk onderwijs is voor kinderen én ouders een enorme bemoediging.”
Een islamitische jongen
Gods genade is genoeg
Ondanks dat Ibrahim en zijn team zich gezegend weten met de groei van het kinderwerk is het gemakkelijk om de moed te verliezen. Er is zoveel leed in Turkije en veel mensen blijven onveranderd. Ibrahim: ”Soms zijn er leeuwen en beren op de weg, dat weten we. Dat zien we ook in de Bijbel, bijvoorbeeld het verhaal van Jozua en Kaleb. Twaalf mensen waren erop uitgegaan, slechts twee hadden de overtuiging dat ze het land kunnen bezitten. Alle twaalf waren ze gelovig – slechts twee hadden de vrijmoedigheid om het land te bezitten. Alles was hetzelfde, het land, de omstandigheden. Maar hun blik, hun visie was anders. De een keek door de ogen van de mensen de ander door de ogen van God. Ik weet dat God in mij werkt. Hij is het Die tegen mij zegt – ook als problemen niet worden opgelost: Mijn genade is jou genoeg!”
Turkije heeft een inwonertal van bijna 81 miljoen inwoners. De gemiddelde leeftijd ligt relatief laag: een kwart behoort tot de leeftijd van nul tot vijftien jaar. Na de mislukte coup van twee jaar geleden is de situatie verscherpt. De vrijheid van meningsuiting is ingeperkt. De islam is sterk verbonden aan de Turkse identiteit. Christen en Turk zijn wordt gezien als onverenigbaar. Vooral mensen met een islamitische achtergrond die overgaan naar het christendom hebben het zwaar. Dit wordt gezien als landverraad. De overheid houdt kerken nauwlettend in de gaten. Veel christenen komen samen in huizen, maar soms hebben buren hier problemen mee. Evangelisatie is niet toegestaan.
Als SDOK steunen we het kinderwerk in Turkije. En bidden we samen met u dat de kinderen van vandaag, de geloofshelden van morgen zijn.