Du Hongbo is fulltime kerkelijk werker in de Chinese stad Liuzhou. Samen met zijn vrouw Cheng Jie heeft hij twee kinderen. Cheng is directeur van een kleuterschool. Hoewel de school is opgericht door een huiskerk, is het lesprogramma niet uitgesproken christelijk. Daar denkt de overheid echter anders over. Op 18 februari 2014 wordt Cheng thuis opgepakt. Haar man Du, die op dat moment elders in het land is, keert onmiddellijk terug naar huis. Hij is totaal overrompeld door de arrestatie van zijn vrouw.
Illegaal lesmateriaal
Cheng wordt officieel beschuldigd van illegale activiteiten. Volgens de autoriteiten heeft de kleuterschool de Chinese onderwijswet overtreden door ‘een geloof op te dringen aan burgers’. Ze zien de kleuterschool als een verlengstuk van de activiteiten van de huiskerk. Hoewel in de schoolboeken niet wordt gesproken over God of Jezus, worden wel christelijke normen en waarden als trouw en eerlijkheid aan de kinderen overgebracht. Dit is voor de overheid genoeg om de schoolboeken als ‘illegaal’ te bestempelen. Daarnaast zou de school winst maken met de verkoop van de schoolboeken. Dat is in China verboden. Behalve Cheng worden ook drie andere christenen opgepakt, waaronder de accountant van de kleuterschool. Ook de drukker van de schoolboeken en degene die het lesmateriaal vervoerde, worden gearresteerd.
Als ze mij iets vroegen, wist ik niet wat ik moest antwoorden. De kinderen hadden hun moeder nodig.
Een moeder nodig
In spanning wacht Du de rechtszaak af. Hij mist zijn vrouw. “Elke keer als ik naar mijn kinderen keek, voelde ik mij terneergeslagen. Ik weet niet hoe je voor kinderen moet zorgen. Als ze mij iets vroegen, wist ik niet wat ik moest antwoorden. De kinderen hadden hun moeder nodig.” De jongens van Du en Cheng vinden het moeilijk om te begrijpen wat er is gebeurd. De jongste was nog een baby toen zijn moeder werd gearresteerd, hij heeft geen levende herinnering aan haar. De oudste mist haar erg. “Hij vroeg altijd naar haar.”
Woedend
In het voorjaar van 2015, bijna een jaar na de arrestatie van Cheng, komt de zaak van de kleuterschool voor de rechter. Waar Du hoopte op vrijspraak, wordt Cheng samen met de drie anderen veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Vanwege alle negatieve publiciteit besluit de huiskerk om de kleuterschool definitief te sluiten. Ook verandert de kerk haar naam, om niet meer met de zaak in verband te worden gebracht.
De rechterlijke uitspraak is voor Du een nieuw dieptepunt. “Ik was echt woedend”, zegt hij een paar weken later. “Maar die fase ligt nu achter mij. Ik geloof dat God alles in Zijn hand heeft. De situatie leert mij terug te keren naar de Heere, op Hem te vertrouwen, op Hem te zien. Ik wil mijn vertrouwen niet stellen op een advocaat of iemand anders. Het eerste jaar maakte ik gebruik van menselijke kracht. Ik zocht mogelijkheden om mijn vrouw te helpen. Dit leverde geen resultaten op. God leerde mij om terug te keren naar Hem. Natuurlijk wil ik dat mijn vrouw terugkeert naar ons gezin. Maar het enige wat ik kan doen, is bidden tot God en wachten op Zijn tijd.”
De situatie leert mij terug te keren naar de Heere, op Hem te vertrouwen, op Hem te zien.
Barre omstandigheden
In de gevangenis maakt Cheng lange dagen. Haar werkdag begint om vijf uur ‘s ochtends en eindigt om tien uur ’s avonds. Ze krijgt minimaal te eten en heeft maar beperkt toegang tot gezondheidszorg. Eén keer per maand bezoekt Du zijn vrouw. Via een telefoon mag hij een halfuur met haar praten. Hun privacy is beperkt, de bewakers zijn altijd aanwezig. Ondanks de barre omstandigheden vertelt Cheng aan haar man dat ze steeds weer mogelijkheden vindt om het Evangelie te delen met medegevangenen. Verschillenden van hen zijn door haar getuigenis tot geloof gekomen.
Vrij
Begin 2016 komt Cheng vrij, tot grote vreugde van haar gezin. Desondanks blijven de autoriteiten haar streng in de gaten houden. Elke dag wordt ze opgebeld. Ook de baankansen in Liuzhou zijn voor Cheng nihil. Cheng en Du besluiten daarom om naar een ander deel van China te verhuizen. Ze blijven zich echter inzetten voor Gods koninkrijk, aldus Du: “Mijn roeping is om God fulltime te dienen. Ik ga daarom niet op zoek naar werk. Daar waar we terechtkomen, zal ik het Evangelie delen.”