Regeringsleiders in Laos beschouwen het christendom over het algemeen als een instrument van het Westen om het communisme te ondermijnen. Als gevolg hiervan worden christenen vaak uitgesloten van hun gemeenschap en worden hen hun basisbehoeften ontzegd.
Christen & dorpsleider
Twee christenen, Sed en Siporn, ondervonden zelfs als gemeenschapsleiders tegenstand. Beide mannen kwamen tot geloof in Christus toen ze lid waren van hun respectievelijke dorpsraden, posities die zowel prestige als een salaris met zich meebrengen.
Ambtenaren probeerden hen ervan te overtuigen dat het volgen van Christus in strijd was met hun rol als lokale leiders, maar de mensen in hun dorpen leken het daar niet mee eens te zijn en herkozen de mannen in 2023 als leiders. Toch waren hun tegenstanders van plan hen uit de dorpsraad weg te krijgen en vroegen hulp aan de autoriteiten op districtsniveau.
Ultimatum
Nadat Sed bij hem thuis een kerkdienst had georganiseerd, kreeg hij, ondanks dat hij zijn dorp al achttien jaar had gediend, een ultimatum: stop met geloven in Christus, anders verlies je je positie. “Ik zal mijn geloof niet herroepen”, vertelde hij de districtsfunctionarissen. “Ik houd van God omdat hij vrede in mijn gezin brengt. Ik verheug mij in mijn God.”
Onderworpen aan publieke spot en bedreigingen werd Sed gedwongen af te treden. Maar ondanks zijn moeilijkheden vertelde hij een veldmedewerker dat hij zich sterker voelde in zijn geloof en veel van God houdt. “Ik heb er geen spijt van dat ik mijn inkomen heb verloren”, zei hij. “Ik wil mijn God volgen.”
Verradelijk aanbod
Siporn (zie foto) kreeg politieke vooruitgang beloofd als hij zijn christelijk geloof zou herroepen. De voorzitter van zijn dorpsraad beloofde hem dat hij de volgende raadsvoorzitter zou zijn als hij het christendom zou verlatenChristus zou verloochenen.
“Ik zal niet stoppen met geloven in mijn God,” antwoordde Siporn, “omdat ik de waarheid heb gevonden en het juiste pad voor mijn leven heb gekozen.” De raad onthief Siporn vervolgens uit zijn functie. “Of ik nu in de raad zit of niet, het maakt mij niet uit”, vertelt Siporn. “Ik zal God in alles danken.”
Siporn en zijn vrouw worden nog steeds geconfronteerd met voortdurende druk en bedreigingen.
