Handelingen 14:22 Ingaan in het Koninkrijk van God door verdrukking
En zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.
Romeinen 2:12-21 Zegen wie u vervolgen
12Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.
13Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.
14Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
15Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.
16Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog.
17Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.
18Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.
19Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
20Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.
21Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Romeinen 5:3-5 Verdrukking brengt volharding teweeg
3En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt,
4en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop.
5En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.
Romeinen 8: 16,17 Lijden met Christus
16De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.
17En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Romeinen 8: 31-39 Overwinnaars ondanks vervolging
31Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
32Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
33Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt.
34Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit.
35Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?
36Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.
37Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.
38Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen,
39noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.
Romeinen 12:14 Zegen wie u vervolgen
Zegen wie u vervolgen. Zegen hen en vervloek hen niet.
1 Korinthe 4:9-13 Dwaas om Christus wil
9Want ik denk dat God ons, de laatste apostelen, heeft tentoongesteld als mensen die ter dood veroordeeld zijn. Wij zijn immers een schouwspel geworden voor de wereld en voor engelen en voor mensen.
10Wij zijn dwaas om Christus' wil, maar u bent wijs in Christus, wij zwak, maar u sterk, u geëerd, maar wij veracht.
11Tot op dit moment lijden wij én honger én dorst, én zijn wij naakt, én worden wij met vuisten geslagen, én hebben wij geen vaste woonplaats,
12én spannen wij ons in door met onze eigen handen te werken. Worden wij uitgescholden, dan zegenen wij. Worden wij vervolgd, dan verdragen wij.
13Worden wij belasterd, dan bidden wij. Wij zijn geworden als het uitvaagsel van de wereld en het afschraapsel van allen tot nu toe.
2 Korinthe 4: 7-15 Vervolgd, maar niet verlaten
7Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.
8Wij worden in alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht; wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld;
9wij worden vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet te gronde gericht.
10Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt.
11Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus' wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees.
12Zo is dan de dood werkzaam in ons, maar het leven in u.
13Maar omdat wij dezelfde Geest van het geloof hebben, overeenkomstig wat geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.
14 Wij weten immers dat Hij Die de Heere Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken en samen met u voor Zich zal stellen.
15Want dit alles gebeurt ter wille van u, opdat de genade, die meer en meer is toegenomen, door de dankzegging van velen overvloedig wordt tot verheerlijking van God.
2 Korinthe 5:1-5 Zuchten van de aardse tent
1Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
2Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden,
3als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevonden worden.
4Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten terwijl we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.
1 Korinthe 12: 26,27 Waar één lid lijdt, lijden alle leden mee
26En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
27Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.
Efeze 3:10-13 Verlies de moed niet
10Opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden,
11volgens het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere.
12In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door het geloof in Hem.
13Daarom vraag ik u dat u de moed niet verliest vanwege mijn verdrukkingen omwille van u, want dat is uw heerlijkheid.
Efeze 6:17-20 Bidden voor vervolgden
17En neem de helm van de zaligheid; en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,
18terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
19Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken,
20waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.
Filippenzen 1:12-14 Vervolging leidt tot verbreiding van het Evangelie
12En ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd, veeleer tot bevordering van het Evangelie heeft gediend,
13zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Christus' wil,
14en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken.
Filippenzen 2:17-18 Verblijden in vervolging
17Maar al word ik ook als een plengoffer uitgegoten over het offer en de bediening van uw geloof, ik verblijd mij en ik verblijd mij met u allen.
18En u verblijdt zich ook daarover; verblijd u dan met mij.