“Mijn vader was legerofficier, mijn moeder huisvrouw. Ik groeide op in een veilig, comfortabel gezin in Noord-Korea. Mijn ouders overleden toen ik tiener was. Op mijn twintigste ging ik met een vriendin mee op zakenreis naar China. We logeerden bij diaken Jang. Aan de muur hing een kruis. Voor het eerst zag ik een Bijbel, zomaar op het nachtkastje. Nieuwsgierig én bang begon ik te lezen. In Noord-Korea kun je vanwege een Bijbel naar een concentratiekamp worden gestuurd. De Boodschap landde direct in mijn hart. Voorganger Han legde het Evangelie uit. Ik beefde van angst, maar toen hij bad om bescherming, ervoer ik vrede.
Korte tijd later werd iedereen die contact had met Han en Jang door agenten gearresteerd. Ze kwamen ook voor mij. In pyjama ontsnapte ik naar vrienden. Ik vertelde dat ik ruzie had met mijn zus en leende kleding en schoenen. Ik reisde twee dagen en verborg me bij een familielid. Jang werd later ontvoerd door mijn overheid en agenten wilden dat ik tegen hem getuigde. Ik was erg bang maar sinds het gebed van voorganger Han voel ik dat God altijd voor mij zorgt.
Noord-Koreanen moeten de Waarheid horen, weten Wie de Schepper is! Ik ben dankbaar dat God Han en Jang heeft gebruikt om mij te bereiken met het Evangelie.”
Bid voor:
Bid voor christenen die vervolgd worden door hun overheid. Bid om godsdienstvrijheid en om bekering van regimes.
Luister de podcast over christenen in Noord-Korea
